De eerdere delen ‘Iris’, ‘Iris (deel 2)’, ‘Iris en Ilse in de stront’ en ‘Ilse en Iris gestegen in rang’ zijn elders op internet te vinden. Iris & Ilse deel 5: ‘Uit het bos, in de goot’ ”
Meekomen jullie! Doe deze badjassen aan, en gauw!” sprak een vrouw tegen Iris en Ilse, die net ruw wakker waren geschud. “Wat, wat, wat?” “Waarom? Waar brengt u ons naar toe?” Veel uitleg kregen de twee meisjes niet. Ze zagen dat alle wolven gevangen werden genomen. “Stop, die honden hebben niks misdaan!” “Meisje, dat zijn geen honden maar wolven. Zij worden naar een dierentuin gebracht waar ze nog lang en gelukkig zullen leven. Maar zonder jou, blootkutje!” gierden een man en vrouw uit van het lachen. De meisjes en de man werden naar een ziekenhuis gebracht. De man werd geopereerd. Iris en Ilse werden al gauw ontslagen uit het ziekenhuis. “Jullie kunnen gaan.” “Maar niet terug naar het bos, dat is inmiddels afgesloten, de bomen worden gekapt.” De nichtjes liepen naar het huis van Iris, maar hier bleek inmiddels iemand anders te wonen. Toen naar het huis van Ilse, ook hier was nu een nieuwe bewoner ingetrokken. Tot slot naar het huis van de ouders van Iris. “Sorry, maar je ouders wonen hier niet meer. Ze zijn vertrokken, maar ik weet niet waar naartoe” vertelde de buurvrouw. Daar liepen de meiden dan. Ieder in een oude badjas, hun voeten gestoken in afgetrapte gympies. “Laten we naar het politiebureau gaan” stelde Iris voor. “Wegwezen sletjes!” kregen ze te horen. “Waar zijn de agentes …” “Die zijn ontslagen! Nu ophoepelen voor jullie de boel vies maken of wij een ziekte oplopen.” Met tranen in de ogen verlieten de blondines het politiebureau. Bij de opvang voor daklozen hadden zij evenmin succes. “Jullie zijn hier niet welkom, snolletjes. Jullie plassen of schijten vast de bedden onder, en dat willen we niet.” Ondanks dat zij enige tijd in het bos hadden geleefd, ver van de bewoonde wereld, herkenden de mensen onze meiden meteen. De tieners gingen naar een park in het midden van de stad.
Moedeloos lieten ze zich op het gras vallen. Zit het tegen dan zit ook alles tegen. Dat bleek ook nu. Twee wilde honden vielen de meisjes aan en scheurden de badjassen aan flarden. Naakt zijn is het duo al wel gewend maar niet te midden van andere mensen. “Wat zien die meiden eruit! Wat zijn dat voor krassen op hun lichamen?” zeiden mensen verschrikt. Weldra werden die vragen beantwoord toen de meisjes gedekt werden door de honden. “Oh ja jongen, neuk mij hard! Ram jouw grote, dikke hondenlul diep in mijn kutje!” “Ah ja, oh, oh wat neuk je mij lekker! Oh toe, ga door. Spuit mij vol! Ik ben jouw geile teefje!” krijsten de meisjes luid. “Bah, wat een vieze meiden!” spraken de mensen hun walging uit. “Laat hen dan maar mooi hier in het park blijven” schamperde men. Het toilet werd permanent gesloten. Iris en Ilse zaten troosteloos op het gras. Naakt. Met hun kutjes en kontjes vol vers hondenzaad. Tientallen mensen waren getuige geweest van hun orgasmes. “Ze werden verkracht maar vonden het gewoon lekker.” De mensen hadden ook gezien hoe zij vervolgens hadden zitten poepen en plassen als teefjes. Nu wisten zij het zeker: ‘we zijn niet meer dan een stel teefjes!’ Ze kropen dicht tegen elkaar, namen elkaar in de armen en begonnen innig te zoenen. “Ik hou van je Iris!” “Ik hou ook van jou Ilse!” De twee straathondjes waren in de goot beland maar leefden nog lang en gelukkig.